Hoe verandering plaatsvindt

De Theory of Change voor het YouthLab-programma licht onze missie toe met en voor onze doelgroep: vrijgelaten jongeren na detentie en professionals werkzaam in de rechtspraak. Hieronder vind je een overzicht van wat we met het programma nastreven.

UITDAGINGEN

jonge mensen

  • toevlucht nemen tot een enkel en statisch script bij het omgaan met justitieprofessionals
  • omgaan met onopgeloste frustratie en trauma van ervaringen uit het verleden in het rechtssysteem
  • gebrek aan vaardigheden en hulpmiddelen om zinvol te transformeren naar een nieuwe en positieve levensfase
  • blijvend stigma ervaren: een gebrek aan erkenning in hun nieuwe en positieve rol in het leven.

Professionelen…

  • toevlucht nemen tot een enkel en statisch script bij het omgaan met jongeren, zonder bewustzijn of vaardigheden voor een op maat gemaakte en empathische aanpak.
  • zijn beperkt tot het ontmoeten van jongeren in rollen van ‘dader’ versus ‘justitieprofessional’; ontbreekt vaak de mogelijkheid voor informele ontmoetingen buiten de rechtbank en detentie. Daarom zijn ze zelden in staat om buiten de bestaande machtsdynamiek om te schakelen.

INTERVENTIE

YouthLab faciliteert de mogelijkheid voor beide partijen om verbinding te maken buiten deze bestaande machtsdynamiek. We ondersteunen en rusten voormalige gedetineerde jongeren toe door een (veilige) ruimte te creëren om hun levensverhaal te delen, zichzelf te leren uiten en op een zinvolle manier deel te nemen aan de samenleving. Professionals worden getraind om empathisch en constructief op te treden naar jongeren en naar elkaar toe.

Een YouthLab training heeft tot doel professionals en jongeren bewust te maken van de (enkele) script(s) die ze in contact met elkaar gebruiken en hoe ze meervoudige en adaptieve scripts kunnen maken. Voor professionals is het doel hun communicatie (vaardigheden) en empathische benadering binnen de machtsgerelateerde situaties en settings (zoals een rechtszaal) te verbeteren. Voor jongeren is het doel van de training om te ervaren dat de jongere en zijn ervaring serieus worden genomen en het waard zijn om gehoord te worden, om vervolgens een verandering aan te brengen in het systeem en hun eigen leven.

ULTIEME UITKOMST

Jongeren:

“Ik ben het waard om gehoord te worden en op mijn beste pad te zijn. Mijn idee van Zelf overstijgt de dingen die ik heb gedaan of wat er met mij is gebeurd. Ik kan voor mezelf verandering teweegbrengen en kan anderen helpen daar ook te komen.”

Professioneel:

“Ik weet hoe ik systemisch moet werken en communiceren op een jeugdvriendelijke manier, dat is het meest gunstig voor de jongere met wie ik werk.”

Praktisch worden!

Nu je begrijpt wat een Youthlab inhoudt, inclusief de principes en waarden, is het tijd om praktisch aan de slag te gaan.

De oorspronkelijke uitwisseling is een sessie van drie uur die de voorbereiding van jongeren en uitwisseling met professionals omvat. Dit model werd door elke uitvoerende partner aangepast aan hun behoeften.

Bovendien moesten tijdens het EU YouthLab-project veel uitwisselingssessies online plaatsvinden vanwege COVID-19-beperkingen. Om de vermoeidheid van de digitale ruimte tegen te gaan, werden uitwisselingen opgesplitst in meerdere kortere sessies.

Hieronder vind je de modellen van uitwisselingssessies jeugd x justitie die je als inspiratie voor je eigen programma kunt gebruiken. Onthoud dat je ze misschien moet aanpassen aan je context, op basis van de behoeften van de jongeren en professionals.

Wie is er aanwezig tijdens de Youth-x-Justice uitwisseling?

  • Jonge ervaringsdeskundigen (trainers)
  • Professionals (deelnemers)
  • Youthlab-coördinator / -facilitator (ter ondersteuning van jongeren, liaison institutioneel host en modereren van de uitwisselingssessie)
  • Institutionele gastheer (de organisatie die de professionals vertegenwoordigt).

De uitwisseling duurt meestal drie uur en ze richten zich op het verbeteren van de communicatie (vaardigheden) en empathische benadering van de deelnemers in hun werk. Dit gebeurt door:

  • luisteren naar de levensverhalen van jongeren
  • met elkaar in (korte) opdrachten bezig zijn.

Door deze twee partijen samen te brengen in een gefaciliteerde veilige ruimte, worden ze uitgedaagd – maar ook uitgenodigd om “hun jas uit te doen” en zich als professional/jongere open te stellen om contact te maken.

Hieronder kunt u het Sessieoverzicht en Sessieoverzicht downloaden.

Internationale beleidskaders voor jongerenparticipatie

Door je YouthLab te koppelen aan internationale beleidskaders en standaarden, ben je in staat om het beter te legitimeren en partners en andere stakeholders te betrekken.

Verken dus hieronder de belangrijkste internationaal aangenomen kaders en begrijp waarom deze van belang zijn in uw YouthLab-initiatief.

VN-Verdrag inzake de Rechten van het Kind

De Raad van Europa beschermt en bevordert de mensenrechten van alle kinderen, op basis van de VN-verdragen inzake de rechten van het kind , het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en andere wettelijke normen. De belangrijkste onderwerpen van de Raad zijn Kinderparticipatie en Kindvriendelijke justitie .

YouthLab als model is een best practice om deze twee hoofdaandachtsgebieden vorm te geven. In de loop der jaren is het bottom-up geëvolueerd, in co-creatie met zowel jongeren als justitiële professionals, om te voldoen aan de internationale en Europese missie om de rechten van personen onder de achttien jaar binnen het rechtssysteem te beschermen en te bevorderen.

Ten slotte:

De procedure dient in het belang van de minderjarige te zijn en wordt gevoerd in een sfeer van begrip, die de minderjarige in staat stelt hieraan deel te nemen en zich vrij uit te drukken.

Standaard minimumregels van de Verenigde Naties voor de toepassing van jeugdrecht (‘The Beijing Rules’), 1985, para. 14.2.


In 1989 werd het VN- Verdrag inzake de Rechten van het Kind (CRC) aangenomen door de Verenigde Naties. Het IVRK is een juridisch bindend instrument om de rechten van kinderen wereldwijd te waarborgen . In het eerste artikel worden kinderen gedefinieerd als ‘ieder mens onder de achttien jaar’ (artikel 12 IVRK).

1. De Staten die partij zijn, verzekeren het kind dat in staat is zijn of haar eigen mening te vormen het recht om die mening vrijelijk te uiten in alle aangelegenheden die het kind aangaan, waarbij aan de mening van het kind passend belang wordt gehecht in overeenstemming met de leeftijd en rijpheid van het kind.

2. Hiertoe wordt het kind in het bijzonder in de gelegenheid gesteld te worden gehoord in alle gerechtelijke en administratieve procedures die het kind betreffen, hetzij rechtstreeks, hetzij via een vertegenwoordiger of een geschikt orgaan, op een wijze die verenigbaar is met de procedurele regels van de nationale wet.

Artikel 1 IVRK: Het recht om te worden gehoord

Een van de kernrechten van kinderen is het recht om te worden gehoord (artikel 12 IVRK). Het VN-Comité voor de Rechten van het Kind (VN-Comité) legt in zijn General Comment No. 12 (2009) uit hoe dit recht in de praktijk kan worden geïmplementeerd. Artikel 12 IVRK geldt zowel voor individuele kinderen als voor groepen kinderen; zij moeten hun mening kunnen geven over alle zaken die hen aangaan en hun mening moet voldoende gewicht krijgen. Volgens de VN-commissie betekent dit dat er serieus moet worden nagedacht over de mening van kinderen; alleen luisteren is niet genoeg (punt 28). Door deelname kunnen kinderen ook leren hoe hun mening de uitkomst van bepaalde beslissingen heeft beïnvloed (punt 3). Bovendien kan het belang van het kind (artikel 3 IVRK) alleen in overweging worden genomen wanneer het kind wordt gehoord, bij het nemen van een beslissing die van invloed is op het leven van het kind.

Hiertoe wordt het kind in het bijzonder in de gelegenheid gesteld te worden gehoord in alle gerechtelijke en administratieve procedures die het kind betreffen, hetzij rechtstreeks, hetzij via een vertegenwoordiger of een geschikt orgaan, op een wijze die in overeenstemming is met de procedurele regels van het nationale recht.

De VN-Commissie heeft eisen geformuleerd die nodig zijn voor een effectieve implementatie van artikel 12 IVRK (par. 134). Om kinderen te horen en te laten deelnemen, moet het proces zijn:

  1. Transparant en informatief;
  2. vrijwillig;
  3. Respect voor de mening van kinderen en de context van het leven van kinderen;
  4. Relevant voor het leven van kinderen, waardoor ze kunnen putten uit hun kennis en problemen kunnen aanpakken die ze zelf relevant vinden;
  5. Kindvriendelijk, met aangepaste omgevingen, werkwijzen en middelen;
  6. Inclusief, met kansen voor gemarginaliseerde kinderen;
  7. Ondersteund door training voor volwassenen, waarin kinderen kunnen worden opgenomen als trainers en begeleiders
  8. Veilig en gevoelig voor risico’s, het minimaliseren van het risico voor kinderen van geweld, uitbuiting of andere negatieve gevolgen;
  9. Verantwoordelijk, met een engagement voor follow-up en evaluatie.

Met betrekking tot jeugdrechtprocedures legt het VN-Comité (2009) uit dat in elke fase van de strafprocedure het recht van het kind om te worden gehoord moet worden gerespecteerd en geïmplementeerd (par. 57-58). Om effectief deel te nemen, moeten kinderen worden ondersteund om de beschuldigingen en gevolgen te begrijpen en moeten de procedures worden gevoerd in een taal die het kind begrijpt en in een sfeer die kinderen in staat stelt om deel te nemen. De VN-Commissie (2019) verwijst naar ontwikkelingen in kindvriendelijke justitie, die kindvriendelijk taalgebruik, kindvriendelijke gespreksruimtes en rechtbanken, passende ondersteuning, het verwijderen van intimiderende juridische kleding en het aanpassen van de procedure aanmoedigen (punt 46).

De noodzaak van voortdurende en systematische opleiding van professionals wordt ook benadrukt door het VN-Comité (2019, paragrafen 39, 52, 95, 111-112). Deze training moet informatie uit verschillende velden bevatten a) sociale/andere oorzaken van criminaliteit, b) ontwikkeling van kinderen, c) ongelijkheden die tot discriminatie kunnen leiden, d) de cultuur en trends in de wereld van jongeren, e) de dynamiek van groepsactiviteiten en f) lopende afleidingsmaatregelen en niet-vrijheidsberovende straffen (punt 112).

Het Europese kader voor kinderrechten

Binnenin de Europese Unie (EU) artikel 24 van het Handvest van de grondrechten (CFR) bevat de rechten van het kind. Artikel 24 (1) CFR legt uit dat kinderen recht hebben op de bescherming en zorg die nodig zijn voor hun welzijn. Het bepaalt ook dat met de mening van kinderen rekening moet worden gehouden in aangelegenheden die hen aangaan in overeenstemming met hun leeftijd en rijpheid. Artikel 24, lid 2, CFR legt uit dat bij alle handelingen met betrekking tot kinderen het belang van het kind een eerste overweging moet zijn. In 2011 stelde de Europese Commissie in haar EU-agenda voor de rechten van het kind dat het kindvriendelijker maken van het rechtssysteem in Europa een topprioriteit is. In 2021 werd een vernieuwde EU-strategie voor de rechten van het kind gelanceerd. De strategie is gericht op zes gebieden die de prioriteiten voor EU-beleidsvorming definiëren; de eerste betreft de participatie van kinderen. De EU is voornemens de inclusieve en systemische participatie van kinderen op lokaal, nationaal en EU-niveau te bevorderen en te verbeteren.

Met betrekking tot jeugdrechtprocedures is de Richtlijn (EU) 2016/800 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende procedurele waarborgen voor kinderen die verdachte of beklaagde zijn in strafprocedures (EU-richtlijn) van belang. Het bevat procedurele waarborgen voor jonge verdachten. Belangrijke rechten die in deze wettelijk bindende richtlijn zijn vastgelegd, zijn: het recht op informatie, het recht op een individuele beoordeling en het recht om effectief deel te nemen aan het onderzoek.

Op het niveau van de Raad van Europa spelen de Richtlijnen voor kindvriendelijke justitie (2010) een sleutelrol bij het definiëren en implementeren van jongerenparticipatie. De Europese Commissie heeft in haar Agenda 2011 aangegeven dat het gebruik van de richtsnoeren voor kindvriendelijke justitie moet worden bevorderd en dat er in toekomstige rechtsinstrumenten rekening mee moet worden gehouden.

De Richtlijnen geven gedetailleerde aanbevelingen om een kindvriendelijke justitie voor alle kinderen te waarborgen. Volgens de Richtlijnen verwijst kindvriendelijke justitie naar die rechtsstelsels die garanderen dat de rechten van het kind worden gerespecteerd en effectief geïmplementeerd op het hoogst haalbare niveau. Er moet rekening worden gehouden met de rijpheid en het begrip van het kind en met de omstandigheden van het geval.

Specifieke aanbevelingen die van toepassing zijn op kinderen die betrokken zijn bij gerechtelijke procedures zijn onder meer:

  1. De informatie moet worden aangepast aan de leeftijd en rijpheid van kinderen en moet worden verstrekt in een begrijpelijke taal (paragraaf IV, A.1).
  2. Wanneer kinderen voor een rechter komen, is het belangrijk dat hun recht om te worden gehoord wordt gerespecteerd. Rechters moeten het kind horen en voldoende gewicht geven aan hun mening (bij voorkeur in alle zaken die hen aangaan en in ieder geval wanneer de kinderen de zaken in kwestie begrijpen). Kinderen mogen niet worden uitgesloten van het horen op basis van hun leeftijd. De uitspraken moeten worden uitgelegd in een taal die kinderen kunnen begrijpen (paragraaf IV, D.3).
  3. Professionals die met kinderen werken, moeten worden opgeleid in de rechten en behoeften van kinderen. Binnen deze opleiding dient er aandacht te zijn voor de verschillende leeftijdsgroepen van kinderen (paragraaf IV, A.4).
  4. In het algemeen is een multidisciplinaire aanpak nodig, onder meer om de situatie van het kind te beoordelen (paragraaf IV, A.5).

De fundamentele principes die leidend zijn voor kindvriendelijke justitie zijn:

  1. Participatie – inclusief het recht om geïnformeerd te worden, om passende manieren te krijgen om toegang te krijgen tot de rechter en om te worden geraadpleegd en gehoord in procedures waarbij het kind betrokken is of gevolgen heeft.
  2. Het belang van het kind als eerste overweging in alle aangelegenheden die het kind betreffen of aangaan.
  3. Waardigheid , gewaarborgd door het kind tijdens elke procedure of zaak met zorg, gevoeligheid, eerlijkheid en respect te behandelen.
  4. Bescherming tegen discriminatie op welke grond dan ook, zoals geslacht, ras, huidskleur of etnische achtergrond, leeftijd, taal, religie, politieke of andere overtuiging, nationale of sociale afkomst, sociaaleconomische achtergrond, status van hun ouder(s), associatie met een nationale minderheid, eigendom, geboorte, seksuele geaardheid, genderidentiteit of andere status.
  5. Rechtsstaat , die volledig moet worden toegepast op kinderen, net als op volwassenen. Bovendien moeten elementen van een eerlijk proces voor kinderen worden gegarandeerd, net als voor volwassenen, en mogen ze niet worden geminimaliseerd of ontkend onder het voorwendsel van het belang van het kind.